Zorgondersteuning

Er zijn op Het Amsterdams Lyceum vele vormen van zorgondersteuning, variërend van studiehulp bij taalproblemen tot begeleiding bij persoonlijke problemen. Een uitgebreide beschrijving is hieronder te lezen of download ons document Overzicht-zorgondersteuning.

Overzicht van het ondersteuningsaanbod van de school

Ondersteuning bij specifieke vakken, dyslexie en dyscalculieHoe werkt de school hieraan?
Nederlands  Leerlingen uit de eerste klas met een taaldeficiëntie worden begeleid middels verplichte steunlessen en volgen een individueel programma.
Biologie, natuurkunde, scheikunde en wiskundeLeerlingen die problemen of achterblijvende leerprestaties bij (een van) deze vakken hebben, bezoeken de inloopspreekuren. Inloopspreekuren worden ingeroosterd na schooltijd. Zowel de vakdocenten zelf als de mentoren sturen leerlingen hierheen.
Dyslexie  Aan leerlingen met dyslexie (woordbeeldproblemen) wordt extra hulp geboden. In de eerste klas wordt aan het begin van het schooljaar een taaltest afgenomen, zodat dyslexie in een vroeg stadium kan worden opgespoord, voor zover niet al onderkend op de basisschool. Met dyslectische leerlingen wordt gedurende de gehele opleiding zoveel mogelijk rekening gehouden. Aan de hand van hun specifieke problemen wordt bepaald van welke faciliteiten zij gebruik kunnen maken. Meestal is dat in ieder geval een tevoren afgesproken hoeveelheid extra tijd bij het maken van toetsen. Een verklaring van een externe dyslexiedeskundige is daarvoor noodzakelijk. Daarnaast is er een werkgroep dyslexie, welke gevormd wordt door ouders en docenten.
Dyscalculie  Indien het vermoeden bestaat van dyscalculie stelt de school eerst intern een onderzoek in. Als hieruit het vermoeden wordt bevestigd, volgt een onderzoek door een externe deskundige. Indien ook door de externe deskundige vastgesteld wordt dat sprake is van dyscalculie, dan worden op basis van diens advies extra maatregelen getroffen om de leerling maximaal te ondersteunen. Meestal gebeurt dit in de vorm van extra tijd bij toetsen van bepaalde vakken.
Ondersteuning bij intelligentieHoe werkt de school hieraan?
Meer- en hoogbegaafdheidOp het HAL is specifieke expertise op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid aanwezig. Per vak kan zo nodig gedifferentieerd worden om in individuele behoeftes van de leerling te voorzien.
Disharmonische intelligentieDocenten worden ingelicht over de sterke en zwakke aspecten van de leerling, waardoor er rekening gehouden kan worden met de ondersteuningsbehoefte. Verlengde instructie, gebruik van digitale hulpmiddelen, extra tijd bij toetsen e.d. worden zo nodig aangeboden.  
Ondersteuning bij motivatie en lerenHoe werkt de school hieraan?
Motivatie, concentratie, studievaardigheden: plannen en organiseren, taakgericht werkenIn de eerste klas twee mentorlessen per week met per les de helft van de klas. Hierin komen onder meer motivatie, concentratie en studievaardigheden als planning, organisatie, leren leren en taakgericht werken aan bod.   Leerlingen die problemen hebben met het plannen en/of maken van huiswerk of zelfstandig werken (leren leren), kunnen na schooltijd de huiswerkklas bezoeken. In de huiswerkklas wordt onder toezicht en met hulp van een docent huiswerk gemaakt en aandacht aan bovenstaande onderwerpen besteed. De huiswerkklas kan een aantal keer per week worden bezocht.
Ondersteuning bij sociaal-emotioneel functionerenHoe werkt de school hieraan?
Sociale vaardigheden  Naast het zorgdragen voor een veilig schoolklimaat is op het HAL aandacht voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling van de leerlingen. Belangrijk onderdeel bij de sociale ontwikkeling van de leerlingen in de klassen 1 tot en met 3 zijn de jaarlijkse werkweken naar Wolkenland (het buitenhuis van het HAL). De Wolkenlandweek is van grote waarde voor het bevorderen van het sociale contact tussen zowel leerlingen en de begeleidende docenten als de leerlingen onderling. Mede daarom is het sinds jaar en dag traditie dat de eersteklassers als eersten in het schooljaar naar Wolkenland gaan.
Faalangst (inclusief examenvrees)Indien het vermoeden bestaat of reeds bekend is dat een leerling last heeft van faalangst, wordt deze begeleid door de interne faalangstspecialist.
Sfeer in de klas  In de eerste klas is er twee keer per week een mentorles (met iedere les de helft van de klas) waarin o.a. ruimte is voor het bewerkstelligen van een veilige, prettige sfeer in de klas.
PestenOp het HAL zijn respectvolle omgangsvormen tussen het personeel en de leerlingen, en tussen leerlingen onderling absoluut noodzakelijk voor een prettig en veilig schoolklimaat. Pesten is daarbij onacceptabel. Om pestgedrag tegen te gaan, is een anti-pestprotocol opgesteld. Het doel hiervan is (i) het voorkomen en bestrijden van pesten door leerlingen, (ii) het scheppen van duidelijkheid aan ouders en personeel over ieders rol daarbij. De inhoud van dit anti-protocol wordt ieder jaar nadrukkelijk ter sprake gebracht in de mentorlessen.
Middelengebruik en verslavingIn de onderbouw worden voor de leerlingen drugsvoorlichtingsprojecten georganiseerd waarbij o.a. alcohol en drugs aan de orde komen. Daarnaast worden er ouderavonden georganiseerd over deze onderwerpen. Bij het vermoeden van een verslaving zal het HAL externe hulp inschakelen.
Ondersteuning bij fysieke en/of psychische beperkingenHoe werkt de school hieraan?
Alle gevallenIn alle gevallen zal sprake zijn van maatwerk op individueel niveau waarbij de zorgcoördinator leidend zal zijn. Maatwerk wordt altijd in overleg met de ouders vastgesteld waarbij de (on-) mogelijkheden van de schoolorganisatie worden meegenomen.
Auditieve beperkingenLeerlingen met auditieve beperkingen krijgen huiswerkbegeleiding en worden ondersteund door een externe ambulant begeleider. Daarnaast worden toetsen zo nodig aangepast.
Visuele beperkingenLeerlingen met visuele beperkingen krijgen huiswerkbegeleiding en worden ondersteund door een ambulant begeleider. Daarnaast worden toetsen zo nodig aangepast.
ADHD/ADDIndien nodig kan extra tijd bij toetsen worden verleend, mits een externe deskundigenverklaring wordt overgelegd.
Langdurige ziekteIn geval van langdurige ziekte wordt per individuele leerling bekeken welke behoeften er zijn en op welke wijze het HAL daarin kan voorzien.
ASSIn geval van ASS wordt per individuele leerling bekeken welke behoeften er zijn en op welke wijze het HAL daarin kan voorzien.
Overige fysieke of psychische beperkingenPer individuele leerling wordt bekeken welke behoeften er zijn en op welk niveau het HAL daarin kan voorzien. We zijn rolstoeltoegankelijk. Uitgezonderd gymzalen en muzieklokaal.
Ondersteuning bij problematiek in de leefomgeving van de leerlingHoe werkt de school hieraan?
In alle gevallenIndien sprake is van problematiek in de leefomgeving van de leerling zal overleg plaatsvinden met de ouders. Daarnaast kan door het HAL externe ondersteuning worden ingeschakeld.
Overige ondersteuningHoe werkt de school hieraan?
Vertrouwensleerlingen  Op het HAL is een interne vertrouwenscommissie van ongeveer twaalf leerlingen die als primaire taak heeft de leerlingen in de eerste klas mede te begeleiden gedurende het eerste schooljaar. De commissieleden volgen daarvoor gedurende het jaar een training. Aan elke eerste klas worden leerlingen uit de commissie gekoppeld. Zij begeleiden de klas bij sociale schoolactiviteiten, volgen af en toe met de klas een les, zijn aanwezig bij de werkweek op Wolkenland en fungeren als klankbord voor de klas. Voor de eerstejaars leerlingen is de drempel om met problemen naar een medeleerling toe te stappen laag. Zo kunnen mogelijke ruzies, geroddel, gepest of agressief gedrag vroegtijdig worden gesignaleerd. Bovendien zorgt de commissie voor verticale verbanden binnen de school, hetgeen een waardevolle bijdrage aan de goede sfeer in de school levert. De commissieleden kunnen te allen tijde terugvallen op zowel de mentor van de betreffende klas als de docent die de commissie gedurende het jaar begeleidt.
Externe ondersteuningIn dit overzicht wordt een samenvatting gegevens van de ondersteuning die vanuit het HAL kan worden geboden. Zo nodig kan ook externe ondersteuning worden ingezet in overleg met de zorgcoördinator, bijvoorbeeld ondersteuning door de jeugdarts, het Ouder Kind Team, de leerplichtambtenaar of de Begeleider Passend Onderwijs.