Rapport en overgangsnormen

Rapporten
Drie keer per jaar wordt er een cijferrapport uitgereikt. De docent is verplicht de leerlingen mee te delen hoe de cijfers voor toetsen en rapporten tot stand komen. Vóór elke rapportvergadering deelt de docent de rapportcijfers aan de leerlingen mee. 

Bij alle vakken is er in klassen 1, 2 en 3 sprake van een voortschrijdend gemiddelde. Bepalend voor de
bevordering zijn de cijfers van het eindrapport waarop de beoordeling in hele cijfers wordt uitgedrukt. Uitsluitend de docentenvergadering beslist over de bevordering. Het gaat bij de bevordering niet zozeer om het aantal onvoldoendes als wel om het aantal ‘tekortpunten’ en ‘compensatiepunten’. De overgangsnormen verschillen per klas, omdat de normen per klas verschillend zijn. Het overzicht van de bevorderingsnormen vindt u in het hoofdstuk ‘bevorderingsnorm klas 1, 2 & 3’ van onze schoolgids.

Klas 4 en 5
Een leerling kan bevorderd worden als alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of er 1×5 is behaald en voor alle overige vakken een 6 of hoger, of er 1×4 of 2×5 of 1×5 en 1×4 is behaald en voor alle overige vakken 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6 is en voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde minimaal 2×6 en 1×5 is behaald.

Daarnaast moet het vak Lichamelijke Opvoeding zijn beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’. In de vierde klas wordt bij de bevordering het gemiddelde van de eindcijfers van de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en CKV. Voor geen van de onderdelen mag het eindcijfer lager zijn dan 4.
Voor leerlingen in atheneum 4 die Corso Italiano of Trayecto Español volgen, geldt respectievelijk het cijfer voor Cultura Italiana of Cultura Española als het CKV-cijfer. Zie hier voor meer informatie.

Doubleurs
Een leerling kan bevorderd worden als alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of er 1×5 is behaald en voor alle overige vakken een 6 of hoger, of er 1×4 is behaald en voor alle overige vakken 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6 is en voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde minimaal 2×6 en 1×5 is behaald. Daarnaast moet het vak LO zijn beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’.

Revisie
Als na de overgangsvergadering aan het einde van het schooljaar nieuwe feiten bekend worden die de leerresultaten van een leerling hebben beïnvloed of als er fouten zijn begaan, kan de leerling opnieuw in bespreking worden gebracht in de revisievergadering en kan de beslissing worden herzien. Met het oog hierop houden de mentoren vóór de revisievergadering een spreekuur waar ouders en leerling nieuwe feiten kunnen indienen.